'Hitler,' zegt ze. Vol overtuiging bij de H, totale leegloop bij de R.
De tijd tikt sneller. De tijd tikt langzamer.
Ze haalt haar schouders op en kijkt bedenkelijk. 'Mandela dan?'
De tijd kruipt stroomopwaarts in een rivier van dikke stroop.
Ze buigt haar hoofd. Snottert.
Mooi. Zo mooi als maanlicht dat weerkaatst in het water reflecteert het kaarslicht in haar bollend traanvocht.
De tijd tikt sneller.
Een vrouwelijke stem die mijn oorschelp tot speldenkussen maakt klinkt: 'Changé!'
Wat volgt is een zelfingenomen testikel-splijtende lach
Het nieuwe gezicht tegenover me kijkt verlegen naar beneden.
Tijd tikt langzamer.
Ik pak haar klamme hand over tafel, kijk haar recht in de wenkbrauwen en zeg op geruststellende toon: 'Kalm, kalm,' – tijd kruipt – 'ik ben nooit kwaadaardig op de eerste date.'
Paniek neemt haar gezicht over. Tijd in galop.
'Changé'
Als ik wist hoe een poliep er uit zag zou ik er één plukken en door haar strot rammen.
Een verse glimlach en een vers decolleté schuiven dichterbij over tafel. Het type dat iedere man - getrouwd of niet - kan krijgen maar er geen één kan vasthouden.
'Als we dit speeddaten nu overslaan,' fluister ik.
'Jaaahh.'
'Weg van dit alles.'
'Jaaahhhh.'
'Ergens wat drinken.'
'Jaaaaaahh.' Haar voet vindt de mijne en strijkt omhoog richting knie.
'Nog veel meer gaan drinken.'
'Mmmm?'
'Als we dan naar jouw huis gaan.'
'Mmm.'
'En ik daar de klonten in jou tapijt zou kotsen en het speeksel als elastiek uit mijn bek zou hangen, zou je dan nog je tong in mijn mond wurmen?'
Haar voet, decolleté en gezicht trekken angstig terug.
'Changé!'
De vrouw loopt langs me en ruikt alsof ze in een zoutzuurbad volgestort met roze bubblegum is gaan zitten. Zo ziet ze eruit ook.
'Dag,' zeg ik verveeld tegen de middelmaat tegenover me.
'Ben je romantisch?'
'Ik dacht dat ik aan het woord was,' reageer ik geïrriteerd.
'Wat denk je, zal ik een man kunnen vinden,' vist ze naar leugens.
'Kansloos,' beaam ik haar uiterlijk.
Haar fysieke reactie zorgt voor een eindsprint naar 'Changé!'
Het geluid van landende laarzen.
Voor me verschijnt een glimlach die ik wil, moet, zal ontrafelen. Ogen schitterend maar onmogelijk lang in te kijken, als een laagstaande zon.
Ik val stil.
'Wilde je nog iets van me weten?'
'Uhh, ja.'
Ontrafel tip: Vraag iets waar geen cliché antwoord op mogelijk is.
'Uh, ja. Wie denk je dat er beter voor een hamster zou kunnen zorgen, Adolf Hitler of Nelson Mandela?'
Ze kijkt me strak aan, graait in haar zak, haalt een whiskey flacon tevoorschijn en kijkt afkeurend naar mijn glas met thee.
Tijd schiet terug, ik ben weer twaalf, een sprinkhanenplaag raast door mijn buik.
Haar stem. Mooi.
'Hitler is dood.'
Ze heeft een punt.
'Hypothetisch.'
'Daar doe ik niet aan.'
'Oh.'
De stilte die volgt maak haar groter en doet mij krimpen.
Ontrafelvraag twee: 'Zou je moorden voor liefde?'
'Changé!'
Nee, niet. Niet nu.
Ze staat op, laat haar vingers over mijn arm glijden en legt haar handen op mijn schouders, om mijn nek. Statisch.
'Ja.'
Tijd stopt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten