Johan Paulli
1522/De Heer Bill 2012
Heel
wat weken terug, maanden alweer – wat vliegt de tijd toch wanneer
je zo'n geweldig rijk en gelukzalig leven hebt als dat van mij –
zat ik samen met mijn lieftallige vrouw – nu ex – samen in het
groenst gras dat je je maar kunt voorstellen van de tuin van onze
nieuwe huis dat gelegen is aan de rand van een heerlijk bos.
Er
was werkelijk geen wolkje aan de lucht die dag – niet dat ik iets
tegen wolken heb natuurlijk – en we genoten van de zon die ons huid
deed tintelen.
Liggend
naast elkaar waren we aan het bijkomen van al het werk dat we verzet
hadden om van het de woning ons eigen liefdesnestje te maken terwijl
de barbecue het laatste kip-shaslickje doorwarmde. (Mijn dierbare
vrouw, Anna Gram, zat reeds vol.)
Plotseling
komt daar de man aanzetten die behalve voor het schilderwerk en veel
van het sjouwwerk dat bij de verhuizing kwam kijken ook
verantwoordelijk is voor de uitstekende opvoeding die ik genoten heb.
Misschien
dat de zon te lang op mijn hoofd brandde of dat het de vermoeidheid
was maar het moment dat ik mijn vader zag dacht ik: Dat laatste
spiesje is voor mij.
Ik
stond op, liep naar de barbecue en hield de stick verscholen achter
mijn rug.
Ja,
ik weet het, dat was uitermate ondankbaar en ongelooflijk
zelfzuchtig.
Vader
– de goedaard – kwam immers alleen zijn gereedschap ophalen en
ons een goede eerste nacht in het nieuwe huis toewensen en heus niet
om mijn hapjes op te smikkelen.
Al
met al was hij er misschien maar vijf minuten – geen verwijt
natuurlijk – voordat hij met lege maag en volle gereedschapskist
weer richting eigen huis vertrok.
Net
toen hij de hoek om draaide haalde ik mijn kip-op-stok weer
tevoorschijn halen voor een flinke hap.
Dat
wat net nog aaneengeregen stukken mals kippenvlees afgescheiden door
stukjes paprika en ui was bleek tot mijn grote schrik een gigantische
glibberige pad. (geen verkeerde kenmerken voor een pad natuurlijk)
Ik
wist niet wat ik zag en vloekte tegen hem, riep dat het zich uit de
poten moest maken.
Even
dacht ik dat hij zou luisteren, hij kwam immers in beweging.
Plotseling
opende hij zijn gigantische bek.
Als
een lynx zo snel wierpen die groene lippen zich op mijn wenkbrauw.
Daar
waar zojuist nog borstelige haren krulden stak nu een bloederige
massa naar buiten.
Ondankbaarheid,
zo voelde ik onmiddellijk, moest de aanleiding zijn van het volkomen
begrijpelijke gedrag van die intelligente pad.
Per
direct ben ik mijn leven gaan beteren.
Misplaatste
negatieve opmerkingen hebben sinds die dag mijn mond niet meer
verlaten.
Ik
kon in tegenstelling tot mijn lieve vrouw, Anna Gram, wel wennen aan
de constante aanwezigheid van een amfibie op mijn schedel.
Je
begrijpt natuurlijk wel dat het niet makkelijk moet zijn om je man te
kussen, in hetzelfde bed te slapen, samen op de bank te zitten of
zelfs binnen een straal van tien meter van hem te zijn wanneer je
lijdt aan een ernstige vorm van bubonofobie.
Nu
is ze weg.
Het
was uiteraard even lastig om mezelf alleen maar positief uit te laten
op het moment dat ik erachter kwam dat de sloten op de deuren van ons
huis veranderd waren en pad en ik betrekking moesten zoeken in een
kleine paddenstoel aan de donkere zijde van van het bos, maar ik
ervaar het nu als een leerzaam proces.
Ontnomen
worden van wat je lief leert je veel over jezelf.
Ontzettend
bedankt pad. (niet sarcastisch bedoeld)
'Fucking
freak met die ranzige flubber uit zijn harses,' zoals de dwergen me
hier liefkozend noemen (ik heb overigens een lichte voorkeur voor de
bijnaam: De Padman), kan je de de moraal van dit verhaal dus wel
verklappen: Wees dankbaar!
Daarmee
wil ik uiteraard niet de suggestie wekken dat u ondankbaar bent, maar
een boodschap die je aan het hart ligt verlaat nu eenmaal makkelijk
de lippen.
Als
u dus net als ik beroofd wordt van u portefeuille door een jeugdige
delinquent die haar identiteit verborgen houdt onder een rood kapje,
denk dan niet, hé kutkind blijf met je poten van mijn spullen af,
maar denk met met plezier terug aan uw jeugdige dagen waarin u zelf
nog kattenkwaad uithaalde en wens haar veel wijsheid in de toekomst.
Fluister
als u uw vloek echt niet kan bedwingen en glimlach groots.
Goed,
dan ga ik nu een half uur in het moeras liggen want mijn pad staat
droog en daar wordt hij – heel begrijpelijk – nogal agressief
van.
Verder
moet, of heb ik de eer, vliegen en kikkervisjes te mogen vangen voor
pad en mocht ik nog rijd over hebben dan breng ik misschien nog wel
een bezoek aan Anna Gram.
Dank
voor het aanhoren van het verhaal van mijn gelukzalige leven.
Hij is weer goed!
BeantwoordenVerwijderen